Hoewel het er nog niet zo op lijkt, kunnen we in deze periode van het jaar verrast worden door sneeuw en ijs. We geven hieronder enkele tips om onze viervoeters goed door de winter te laten komen:
- Laat honden geen sneeuw eten, want daar kunnen ze flink diarree van krijgen.
- Let op pekel. Laat honden zo min mogelijk doorheen lopen, want ze kunnen er zeer pijnlijke voetzolen van krijgen. De pekel vreet als het ware in kloofjes en dergelijke. Laat de honden hun poten niet aflikken, want dan krijgen ze teveel pekel binnen. Spoel de poten met lauw water af.
- Controleer bij sneeuw na elke wandeling de voeten van de hond. Haal geklonterde sneeuw voorzichtig weg (met lauw/koud water). Smeer eventueel wat vaseline tussen de tenen om sneeuwklonters tegen te gaan. Let extra op scheurtjes in de voetzolen. Opgevroren sneeuw kan soms heel scherp zijn en de voeten verwonden.
- Let extra op bij gladheid. Honden kunnen uitglijden en zich bezeren. Bazen kunnen ook uitglijden. Het is voor deze situaties extra belangrijk om de hond te leren niet te trekken aan de riem.
- Ga je er met de slee op uit, laat de hond dan thuis of hou hem aan de riem. Een ongeluk is zo gebeurd. Laat de hond niet achter de slee aanrennen, hij moet de slee niet als prooi gaan zien. Bovendien is de kans groot dat hij dan ook achter andere sleeën aan gaat en die kinderen/mensen zijn hier niet van gediend.
- Laat de hond niet zwemmen bij vrieskou. Doordat de vacht niet droog wordt, maar bevriest, beschermt deze de hond niet goed meer tegen de kou.
- Laat de hond niet op het ijs staan. Zij weten niet wanneer het ijs wel en niet betrouwbaar is en kunnen er dan dus doorheen zakken.
- Sommige honden hebben veel baat bij een dekje (m.n. haarloze honden en zeer kortharige honden, zoals windhonden).