Het kan erg vervelend zijn als je hond veel tegen mensen opspringt. Vuile of kapotte kleren of krabwonden kunnen het gevolg zijn. Vreemde mensen kunnen schrikken van je hond, kinderen kunnen omver gesprongen worden en zich bezeren. Het verdient dus aanbeveling om je hond meteen al te leren niet te springen. Hieronder vind je een aantal aanwijzingen
Begroeting
- Het is een natuurlijk gedrag van honden om bij de begroeting in je gezicht te likken. Om hier bij te kunnen moeten ze opspringen. Handen kunnen echter als vervanging van het gezicht dienen. Het voordeel hiervan is dat je gemakkelijk je handen laag kunt houden en aldus springen kunt voorkomen.
- Zorg dus dat de hond geen reden heeft om te springen, als hij je begroet. Hou je handen laag en vang hem daar op. Leer hem eventueel om te gaan zitten.
- Bij puppen kun je op je hurken gaan zitten bij de begroeting.
- Wees consequent: laat de hond bij geen enkele begroeting springen, ook niet als je wat langer bent weggeweest en de hond erg blij is je weer te zien.
- Zorg dat de hond niet tegen bezoek op kan springen door hem eerst aan de riem te doen voordat je het bezoek binnen laat. Instrueer het bezoek hoe ze de hond moeten begroeten (handen laag) en laat ze geen aandacht aan de hond besteden als deze springt. Laat de hond met het bezoek kennis maken, maar voorkom met de riem dat hij kan springen. Blijft de hond hierna springen sluit hem dan even in een bench of andere ruimte op. Als het bezoek eenmaal zit, kan de hond meestal weer binnengelaten worden. Lukt dit niet, dan wordt hij pas weer binnengelaten als het bezoek weg is. Ga dan wel iets leuks met hem doen en geef hem alle aandacht. Zo leert hij dat na een periode van opsluiten iets leuks gebeurt. Het opsluiten zal hij daardoor niet zo vervelend vinden.
Springen als aandachtvrager
- Veel honden springen om de aandacht van de baas af te dwingen. Als je hierop in gaat, heeft het succes en zal hij het vaker gaan doen. Negeer dus zoveel mogelijk dit gedrag.
- Leer de hond het commando NEE aan. Telkens als hij springt, zegt de baas NEE (één keer) en blijft vervolgens als een paal staan totdat de hond weer rustig is. Eventueel kan de baas zijn rug naar de hond wenden. Belangrijk is om niet tegen de hond te blijven praten of mopperen. De hond krijgt dan toch aandacht voor zijn springgedrag (negatieve aandacht is ook aandacht). Ook is het belangrijk de hond niet aan te kijken, want ook dan krijgt de hond aandacht van de baas. Kijk van de hond weg of over hem heen. Zodra de hond even niet springt, krijgt hij een beloning. Deze beloning krijgt hij op neushoogte van de hond (een te hoog gegeven beloning stimuleert het springgedrag weer). De bedoeling is, dat hij leert dat springen niets oplevert. De timing is hierbij van groot gelang, maar tegelijk ook heel moeilijk, vooral bij kleine honden. Aarzel niet om je trainer om hulp te vragen.
- Ga een springende hond nooit afweren met de handen. Handen zijn meestal zacht en vriendelijk voor een hond en de hond kan dit daardoor als een stoei-spelletje gaan zien. Ook heeft de hond dan de volle aandacht van de baas. Het springen zal daardoor eerder toenemen dan afnemen.
Springen bij angst
- Angstige honden kunnen tegen de baas op gaan springen als ze bang zijn. In deze gevallen mag je de hond nooit optillen, ook niet als het een pup is. Je zou hiermee namelijk de angst stimuleren. Geef met j eigen houding aan, dat er niets aan de hand is.
- Probeer hem eventueel met vrolijke woordjes en een spelletje naar het object te lokken waar de hond bang voor is. Is je hond bang voor een andere hond en zoekt hij bescherming tussen je benen, laat hem begaan.
Consequent zijn
- Springen is een gedrag waarmee de hond zichzelf vaak beloont: hij kan er lekker zijn energie in kwijt en vaak lukt het hem om aandacht te krijgen. Af en toe succes betekent dat de hond het gedrag nooit afleert! Springen moet dus consequent, altijd en onder alle omstandigheden, afgeleerd worden.